Bron interneringskaarten op deze website
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten, 1942-1996.
Het Japanse Informatiebureau voor krijgsgevangenen
Het Japanse Informatiebureau voor krijgsgevangenen (POW Information Bureau/俘虜情報局) werd opgericht in december 1941 en ressorteerde onder het Japanse Ministerie van het Leger. De taak van het bureau was om de status en informatie over krijgsgevangenen te verstrekken aan het Internationale Rode Kruis. Tijdens de oorlog was het Rode Kruis de schakel tussen de geallieerden en de Asmogendheden inzake de wederzijdse informatieverstrekking over krijgsgevangenen.
De krijgsgevangenkampen buiten Japan werden geleid door de operationele eenheid van het leger. De kampen op het vasteland van Japan werden aangestuurd vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het Informatiebureau voor krijgsgevangenen creëerde de hoofdindex van het krijgsgevangenenregister en de verzamelde informatie op basis van de verslagen die maandelijks uit de kampen verstuurd werden. Na de capitulatie van Japan in augustus 1945 werd het Informatiebureau geplaatst onder het Bureau van Repatriëring, later onder het Ministerie van Welzijn. Het Informatiebureau stond van augustus 1945 tot 1953 onder strikte controle van de Amerikaanse bezettingstroepen. Het bureau bleef binnengekomen informatie verwerken op de kaarten tot 1952, en werd opgeheven in 1955. Daarna werden de series kaarten van de hoofdindex verdeeld over de geallieerde naties. De serie voor Nederland bevatte 46.979 kaarten en werd op 1 maart 1955 overgedragen op de Nederlandse Ambassade in Tokio. Aangekomen in Nederland werden de interneringskaarten opgenomen in de Nederlandse administratie.
De Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)
De SAIP werd opgericht in 1956. De SAIP kwam voort uit de 'Stichting tot verzorging en afwikkeling van pensioenaangelegenheden betreffende gewezen overheidspersoneel van Indonesië en hun nagelaten betrekkingen' (1950). Deze voorloper van de SAIP kende de door Nederland overgenomen pensioenen voor weduwen en wezen toe aan de nabestaanden van met name gesneuvelde militairen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). In 1954 werd de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië ingesteld ten behoeve van de AOR-regeling. De stichting verrichtte de uitvoeringswerkzaamheden. Per 1 januari 1956 werd de naam van de stichting gewijzigd in Stichting Administratie Indonesische Pensioenen, oftewel de SAIP. Sinds die tijd is de SAIP meer dan alleen de uitvoerder van de Indonesische Pensioenen van oud-ambtenaren en militairen van het KNIL. De activiteiten werden snel uitgebreid. De SAIP ging ook vele andere overzeese pensioenen en uitkeringen verzorgen (Bron: www.saip.nl)
Volledigheid van het bestand
Het Nationaal Archief beschikt over 47.818 Japanse interneringskaarten van Nederlandse, Indische, Indonesische, Molukse, Menadonese en Chinese krijgsgevangenen. Deze "nationaliteiten" werden opgetekend op de interneringskaarten. De collectie Japanse Interneringskaarten is door Nederland ontvangen in de jaren '50 van de 20e eeuw. Na ontvangst in Nederland is dit bestand gesplitst in een KNIL- en een Marinedeel. Het KNIL-deel werd beheerd door de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP), terwijl het Marinedeel door het Ministerie van Defensie werd beheerd. Sinds 2011 bevinden de beide collecties zich weer onder hetzelfde dak.
De collectie lijkt enkele hiaten te bevatten. Zo zijn er bij het Marinedeel geen kaarten te vinden van personen met achternamen beginnend met de letter A, ook van de beginletter B zijn opvallend weinig kaarten aanwezig.
Volledigheid van de index
Er is een namenindex opgesteld van alle namen die op de kaarten genoemd worden. Vanwege de bescherming van de privacy mag dit bestand niet integraal online geplaatst worden. Op dit moment (15/8/2011) telt de index 26.617 namen met links naar de bijbehorende scan. De online database en het bestand aan scans zullen jaarlijks uitgebreid worden met de personen die dan 100 jaar geleden zijn geboren.